dinsdag 12 november 2019

Ik heb sinds kort een kapster aan huis. Superchill!

Mijn buurvrouw heeft namelijk besloten om haar baan op te zeggen en is voor zichzelf begonnen.

Op zich niet een heel bijzonder verschijnsel. In Nederland barsten we natuurlijk van de zelfstandigen die deze beslissing nemen. Maar toen ik haar vroeg wat voor haar nu de doorslag gaf om zo’n stap te zetten, stond ik wel even met m’n oortjes te klapperen.

Want het is echt wel een flinke stap, om als kapster jezelf los te maken van de kapsalon waar je al jaren werkt, waar je vaste klanten hebt, en ook een vast inkomen en je je niet druk hoeft te maken waar de klanten vandaan komen.  Waarom wilde zij die zekerheid verlaten om zelf aan de slag te gaan?

Het was niet dat ze zoveel behoefte aan meer vrijheid had,
het was niet een nieuwe uitdaging die ze miste,
het was niet dat ze persé eigen baas wilde zijn,
het was niet dat ze het gat in de markt had gevonden

Maar wat was het wel?

“Als ik ’s ochtends met positieve energie aankwam, en mijn collega’s me keer op keer begroeten met ‘oh, ik heb echt zó geen zin in vandaag’, dan liep ik gewoon als een ballon leeg. Uiteindelijk begon ik de dag ook zo. En dat wilde ik niet meer. Ik vind mijn vak ontzettend leuk en dat plezier wil ik weer terug hebben. Maar in de salon gaat me dat niet lukken.”

Shihit, het zal je maar overkomen als werkgever. Dat je van de een op de andere dag een waardevolle medewerker kwijt bent. Niet omdat je een slechte baas bent, of dat de arbeidsvoorwaarden zo slecht zijn, maar doordat collega’s en sfeer een ontzettend grote, potentieel negatieve, rol spelen in de werkbeleving.

Onderlinge Samenwerking en Collegialiteit

Hoe kan je zoiets voorkomen? En kan je dit wel voorkomen?

Wat ik in ieder geval weet is dat het belangrijk is om er achter te komen hoe het staat met de werksfeer en de effecten hiervan. En gelukkig is dat niet al te moeilijk.

Bij een meting met de WerkVermogensMonitor® (WVM) kan je namelijk de module Onderlinge Samenwerking en Collegialiteit toevoegen. Met deze aanvulling op de WVM wordt snel duidelijk of mensen zich vrij genoeg voelen om collega’s op zulk negatief gedrag aan te spreken. Maar ook hoe het staat met de werksfeer en wat de gevolgen hiervan zijn op het werkvermogen binnen het bedrijf.

Bij mijn buurvrouw was duidelijk dat de sfeer binnen het team een negatieve invloed had op haar werkbeleving en werkvermogen. Zoiets maakt mij altijd heel erg nieuwsgierig of dit een op zich staand geval is of dat dat vaker voorkomt.

Dus, ik ben maar weer eens in onze database gedoken om te zien wat de effecten van collega’s zijn op werkvermogen.

Eerst maar eens uitzoeken hoe het in Nederland staat met de werksfeer en het elkaar aanspreken op negatief gedrag….

Een goede meerderheid ervaart een goede werksfeer. Maar minder dan de helft van de medewerkers heeft het gevoel dat hij/zij zijn collega’s kan aanspreken op negatief gedrag.

De grote vraag is dan: Vind je dit acceptabel?

Wanneer ik onze stuurfactoren-analyse toepas op de verzamelde data van de afgelopen vijf jaar, dan blijken drie onderdelen echt flinke impact te hebben op het werkvermogen (op volgorde van mate van impact):

  • Erkenning krijgen van collega’s
  • Bereidheid om elkaar te helpen binnen het team
  • De mogelijkheid om fouten te maken

Voor onze klanten analyseren wij ook vaak welke factoren effect hebben op het risico om een burnout op te lopen. Dus die analyse heb ik ook uitgevoerd. En ja hoor, de relatie met het risico op burn-out en onderlinge samenwerking blijkt ook verrassend sterk.

De items die hier een bepalende impact hebben zijn:

  • Erkenning krijgen van collega’s
  • Het ervaren van een goede werksfeer

Maak het bespreekbaar en voorkom dat jij ineens één van je beste medewerkers verliest.

Hoe belangrijk of bepalend is samenwerking en collegialiteit voor de medewerkers binnen jouw organisatie? In hoeverre voelen de mensen zich prettig in het team? En kunnen ze hun werk wel goed doen? In een één op één gesprek of in een teamoverleg zou je eens de vraag kunnen stellen op welke punten het beter kan. Denk hierbij aan de sfeer, de bereidheid om elkaar te helpen, afstemming, elkaar aanspreken, fouten mogen maken en erkenning krijgen. Wat kan beter?

Wil je liever eerst een goede basis om te achterhalen welke factoren voor jullie de meeste prioriteit hebben? Neem dan contact op met ons op en bespreek de mogelijkheden.

De preventned-database bevat cijfers van BV Nederland mbt WerkVermogen, Werkbeleving, Bevlogenheid, Leiderschap en nog 50 andere stuurfactoren waar de WerkVermogensMonitor® op toetst.

Ook benieuwd naar bepaalde trends of indicatoren uit de Preventned-database? Mail je verzoekjes naar mij eveline.berende@preventned.nl en wie weet wordt jouw idee verwerkt in deze serie blogs.

Eveline Berende

Eveline Berende organiseert bij Preventned de interne processen. Zij is creatief in haar werk en denken en heeft bij van alles gelijk een beeld. Haar blogs gaan over wat haar persoonlijk raakt rondom haar eigen inzetbaarheid ondersteunt door cijfers uit onze database. Herkenbaar, persoonlijk en informatief tegelijk.